In een natte gaswasser kan de gebruikte wasvloeistof bestaan uit zeewater of zoet water met chemische additieven. De meest gebruikte additieven zijn natronloog (NaOH) en kalksteen (CaCO3). De wasvloeistof wordt via sproeiers in de uitlaatgasstroom gespoten om het effectief te verdelen.
De meeste gaswassers zijn dusdanig ontworpen dat de wasvloeistof stroomafwaarts beweegt; er zijn echter ook wassers met een stroomopwaartse beweging van de wasvloeistoffen.
De uitlaatinlaat bevindt zich aan de zijkant of de onderkant van de toren. Het ontwerp zorgt ervoor dat de zwaveloxiden die in de uitlaatgassen aanwezig zijn, door de wasvloeistof worden geleid en daarmee reageren om zwavelzuur te vormen.
Wannee het wordt verdund met alkalisch zeewater kan zwavelzuur (dat zeer corrosief van aard is) worden geneutraliseerd. Nadat het waswater in een separator is behandeld om eventueel slib te verwijderen wordt het in de open zee geloosd en de gereinigde uitlaat stroomt uit het systeem.
In wastorens worden nevelvangers gebruikt om de zure nevel die zich in de ruimte vormt te verwijderen, door druppels die in het inlaatgas aanwezig zijn te scheiden van de uitlaatgasstroom. MARPOL-voorschriften vereisen dat het waswater wordt gecontroleerd voordat het wordt geloosd, om ervoor te zorgen dat de PH-waarde niet te laag is.
Open gaswassysteem
Dit systeem gebruikt zeewater als was- en neutralisatiemiddel; er zijn geen extra chemicaliën nodig. De uitlaatstroom van de motor of ketel gaat in de gaswasser en wordt alleen behandeld met alkalisch zeewater. Hierbij is het volume van dit zeewater afhankelijk van de grootte van de motor en zijn vermogen.
Dit systeem is zeer effectief, maar vereist een grote pompcapaciteit omdat het een grote hoeveelheid zeewater gebruikt. Een open systeem werkt goed wanneer het zeewater dat voor het wassen wordt gebruikt voldoende alkaliteit heeft, maar zeewater met een hoge omgevingstemperatuur, evenals zoet of brak water, is niet effectief en kan niet worden gebruikt.
Daarom wordt een open gaswasser niet beschouwd als een geschikte technologie voor gebieden zoals de Baltische Zee, waar het zoutgehalte niet hoog is.
Gesloten gaswassysteem
Het gesloten systeem werkt op vergelijkbare principes als het open systeem: in plaats van zeewater gebruikt het als wasmiddel zoet water dat met een chemische stof (meestal natriumhydroxide) is behandeld. De SOx uit de uitlaatgasstroom wordt omgezet in onschadelijk natriumsulfaat.
Voordat het waswater van een gesloten gaswassysteem opnieuw wordt gecirculeerd voor gebruik, wordt het door een procestank geleid waar het wordt gereinigd. Schepen kunnen zoet water in tanks meenemen, of het benodigde water genereren met behulp van zoetwatergeneratoren aan boord.
Kleine hoeveelheden waswater worden met regelmatige tussenpozen afgevoerd naar opslagtanks, waar zoet water kan worden toegevoegd om de opbouw van natriumsulfaat in het systeem te voorkomen. Een gesloten systeem vereist bijna de helft van het volume waswater dat de open versie gebruikt, maar het systeem heeft wel meer tanks nodig.
Deze omvatten een proces- of buffertank, een opslagtank van waaruit lozing naar zee verboden is, evenals een opslagtank waarvan de temperatuur tussen 20 ºC en 50 ºC kan worden geregeld voor het natriumhydroxide, dat meestal wordt gebruikt als een 50% waterige oplossing.