Ethylalcohol
Ethylalcohol, in het dagelijks taalgebruik bekend als alcohol, wordt ook TSDA of 1-hydroxyethaan genoemd. Ethylalcohol is een alifatische, monohydrische alcohol met de molecuulformule C2H6O en de semigestructureerde formule C2H5OH. Ethylalcohol wordt vaak afgekort als EtOH.
In de natuur komt ethylalcohol voor in verschillende delen van verschillende planten, zoals wortels, uien en rozemarijn. Het wordt ook geproduceerd tijdens de fermentatie van suikerhoudende vruchten. Ethylalcohol is ook een bestanddeel van menselijk bloed.
Ethylalcohol wordt op grote schaal geproduceerd. De grootste markt voor ethylalcohol is de productie van alcoholische dranken zoals wijn, bier en sterke drank. Voor de productie wordt biomassa gebruikt, zoals gewassen die suiker of zetmeel bevatten. Ethylalcohol wordt geproduceerd in een natuurlijk proces door alcoholische fermentatie die wordt geactiveerd door gisten. Suiker reageert met gistschimmels om ethylalcohol te vormen.
Voor industriële doeleinden wordt ethylalcohol geproduceerd uit etheen. Het dient als oplosmiddel voor stoffen die worden gebruikt voor medische of cosmetische doeleinden. Daarnaast is ethylalcohol een uitgangsmateriaal voor de synthese van andere verbindingen zoals ethylester van carbonzuren. Een andere belangrijke toepassing van ethylalcohol is de toevoeging ervan als biobrandstof.
Ethylalcohol is een kleurloze, heldere, licht ontvlambare, hygroscopische vloeistof met een karakteristieke branderige smaak en scherpe geur. De stof behoort tot de lineaire n-alkanolen. Het kan gemengd worden met water. Daarbij treedt volumevermindering op met warmteontwikkeling. Als ethylalcohol niet in een luchtdichte verpakking wordt bewaard, kan het oxideren tot azijnzuur. De alcohol is niet geleidend.




